
De Slag om Stalingrad wordt vaak beschouwd als het beslissende keerpunt van de Tweede Wereldoorlog in Europa. Tussen augustus 1942 en februari 1943 vochten Duitse en Sovjettroepen een van de bloedigste veldslagen uit de geschiedenis, met miljoenen doden als gevolg. De strijd om de stad aan de Wolga symboliseerde niet alleen een militair keerpunt, maar ook een psychologische: voor het eerst werd het onoverwinnelijke imago van de Wehrmacht doorbroken.
Waarom Stalingrad?
Stalingrad (nu Volgograd) was van groot strategisch belang:
- Het lag aan de rivier de Wolga, een cruciale transportader voor goederen en troepen.
- Het diende als industriestad met fabrieken die wapens en voertuigen produceerden.
- Voor Hitler was het ook een symbolisch doelwit: het dragen van de naam van zijn aartsvijand Stalin maakte de verovering extra aantrekkelijk.
Daarnaast was Operatie Barbarossa vastgelopen, en Duitsland wilde via Operatie Blau in 1942 de Kaukasus met zijn olievelden bereiken. Stalingrad moest daarbij als sleutelpositie dienen.
Het begin van de strijd
In augustus 1942 begon het Duitse 6e Leger onder leiding van generaal Friedrich Paulus de aanval. De Luftwaffe bombardeerde Stalingrad plat, waarbij duizenden burgers omkwamen. Maar ondanks de vernietiging bleven fabrieken doorproduceren en vochten burgers zij aan zij met soldaten.
De gevechten veranderden de stad in een huis-tot-huis-oorlog, waarbij elk gebouw, elke straat en zelfs elke trap werd bevochten. Bekende plekken zoals de Pavlov’s House werden symbolen van Sovjetverzet.
De Sovjetstrategie
Stalin gaf bevel dat er niet mocht worden teruggetrokken: “Geen stap terug!” (Order 227). Het Rode Leger zette alles op alles om de stad te behouden. De Sovjets maakten slim gebruik van het verwoeste landschap, waarbij sluipschutters, hinderlagen en korte-afstandgevechten het voordeel van de Duitse tanks en vliegtuigen beperkten.
Operatie Uranus – de omsingeling
In november 1942 lanceerden de Sovjets Operatie Uranus, een grootschalig tegenoffensief. In plaats van het centrum van Stalingrad direct aan te vallen, richtten zij zich op de zwakke flanken van de Duitsers, die verdedigd werden door Roemeense en Hongaarse troepen. Binnen enkele dagen wisten de Sovjets het Duitse 6e Leger volledig te omsingelen.
Generaal Paulus vroeg Hitler om terugtrekking, maar Hitler verbood dit en beval stand te houden. De Luftwaffe probeerde de troepen te bevoorraden vanuit de lucht, maar dit bleek onmogelijk. Tienduizenden soldaten leden kou, honger en ziekte.
Het einde van de strijd
In januari 1943 begonnen de Sovjets hun laatste offensief. De Duitsers waren volledig uitgeput en zonder voldoende voorraden. Op 2 februari 1943 gaf Paulus zich over, ondanks Hitlers bevel om “tot de laatste man te vechten”. Meer dan 90.000 Duitse soldaten gingen in krijgsgevangenschap – slechts een fractie keerde na de oorlog levend terug.
Gevolgen van de Slag om Stalingrad
- Duitsland verloor zijn 6e Leger, een van de sterkste eenheden van de Wehrmacht.
- Het moreel van de Sovjets steeg enorm: men geloofde nu dat de Duitsers verslagen konden worden.
- Voor Duitsland was het een psychologische klap: van onoverwinnelijk naar kwetsbaar.
- Het Oostfront kantelde: vanaf dit moment waren de Sovjets steeds vaker in de aanval.
Wist je dat?
- In totaal vielen er naar schatting 2 miljoen slachtoffers, inclusief soldaten en burgers.
- De slag duurde 200 dagen, van straat tot straat, kelder tot kelder.
- De overgave van Paulus was de eerste keer dat een Duitse veldmaarschalk zich in de oorlog overgaf – Hitler was woedend.
- Het Rode Leger vierde de overwinning als een nationale triomf, en Stalingrad werd een symbool van Sovjetheldhaftigheid.
De Slag om Stalingrad werd het begin van de ondergang van nazi-Duitsland. Vanaf dit moment schoof het front langzaam westwaarts, totdat het Rode Leger uiteindelijk in Berlijn stond.