
Na de geslaagde invasie in Normandië op 6 juni 1944 begon een nieuwe fase in de Tweede Wereldoorlog: de bevrijding van Frankrijk. Wat volgde was een reeks beslissende veldslagen die de geallieerden in staat stelden om West-Europa te heroveren en uiteindelijk de Duitse grens te bereiken.
Operatie Cobra – de doorbraak uit Normandië
Hoewel D-Day een succes was, bleven de geallieerden wekenlang vastzitten in het Normandische bocagelandschap. De dichte heggen en smalle wegen gaven de Duitsers een groot voordeel. In juli 1944 begon de Amerikaanse generaal Omar Bradley met Operatie Cobra: een massaal luchtbombardement gevolgd door een grondoffensief. Dit brak eindelijk door de Duitse linies heen.
De bevrijding van Parijs
Na de doorbraak rukten de geallieerden snel op richting het binnenland. Op 25 augustus 1944 werd Parijs bevrijd door Franse en Amerikaanse troepen. De Franse generaal Charles de Gaulle marcheerde triomfantelijk de stad binnen, terwijl duizenden inwoners feestvierden op de Champs-Élysées. De bevrijding van Parijs had niet alleen een militaire, maar ook een enorme symbolische waarde: Frankrijk was terug in geallieerde handen.
De opmars naar België en Nederland
Na de bevrijding van Frankrijk gingen de geallieerden verder noordwaarts. Belgische steden zoals Brussel en Antwerpen werden begin september 1944 bevrijd. De haven van Antwerpen was van groot belang voor de bevoorrading van het geallieerde leger, maar het duurde weken voordat ook de omliggende Scheldemonding onder controle kwam.
In Nederland verliep de bevrijding moeizamer. Operatie Market Garden in september 1944 was bedoeld om via bruggen in Nederland snel Duitsland binnen te trekken. Hoewel sommige doelen werden bereikt, mislukte de operatie uiteindelijk bij Arnhem. De beroemde woorden “Een brug te ver” zijn hieraan ontleend. Het zuiden van Nederland werd grotendeels bevrijd, maar het noorden bleef bezet tot mei 1945.
De Duitse tegenaanval – Ardennenoffensief
In december 1944 sloeg Duitsland onverwacht terug met het Ardennenoffensief (ook bekend als de Slag om de Ardennen). Het doel was de geallieerden te splitsen en Antwerpen te heroveren.
- Duitse tanks en soldaten verrasten de Amerikanen in de dichte bossen van de Ardennen.
- De slag werd uitgevochten in ijskoude winterse omstandigheden.
- Bij plaatsen als Bastogne boden de Amerikanen heroïsch verzet.
Uiteindelijk mislukte het offensief, maar het kostte de geallieerden en de Duitsers tienduizenden slachtoffers. Het was Duitsland’s laatste grote poging om de oorlog in het westen te keren.
De weg naar Duitsland
Na het mislukte Ardennenoffensief raakten de Duitsers steeds meer in de verdediging. In maart 1945 staken de geallieerden de rivier de Rijn over, onder meer bij Remagen, waar een intacte brug onverwacht in handen viel. Dit opende de weg naar het hart van Duitsland.
Tegen april 1945 naderden de geallieerde troepen de Duitse hoofdstad Berlijn, terwijl het Rode Leger vanuit het oosten oprukte. De nederlaag van nazi-Duitsland was nu onvermijdelijk.
Wist je dat?
- De geallieerden gebruikten in Frankrijk en België duizenden Sherman-tanks, maar deze waren vaak inferieur aan de Duitse Panther- en Tiger-tanks. Hun numerieke meerderheid maakte echter het verschil.
- De bevrijding van Parijs verliep relatief vreedzaam omdat Duitse generaal Dietrich von Choltitz weigerde Hitlers bevel op te volgen om de stad te vernietigen.
- Tijdens het Ardennenoffensief werden Duitse soldaten in Amerikaanse uniformen achter de linies ingezet om verwarring te zaaien. Dit leidde tot grote paniek en extra veiligheidscontroles.