
Na de succesvolle oversteek van de Rijn in maart 1945 stortte de Duitse verdediging ineen. Het Derde Rijk, dat ooit heel Europa had gedomineerd, wankelde nu onder de gecombineerde druk van de westelijke geallieerden en het oprukkende Rode Leger vanuit het oosten. De strijd bereikte zijn hoogtepunt in de laatste maanden van de oorlog, met als dramatisch eindpunt de Slag om Berlijn.
Het westelijk front
In april 1945 rukten de Amerikaanse, Britse en Canadese troepen razendsnel op door Duitsland. Binnen korte tijd werd het Ruhrgebied omsingeld, het industriële hart van Nazi-Duitsland. Meer dan 300.000 Duitse soldaten werden daar gevangen genomen. Daarmee verloor Hitler niet alleen zijn laatste grote industriële centrum, maar ook een aanzienlijk deel van zijn overgebleven leger.
Generaal Patton’s Derde Leger stormde ondertussen verder naar het zuiden, richting Beieren en Tsjecho-Slowakije. Het doel was om zoveel mogelijk Duits gebied te bezetten voordat de Sovjets dat zouden doen, want de contouren van de naoorlogse verdeling van Europa werden steeds duidelijker.
Het oostelijk front
Terwijl de geallieerden Duitsland vanuit het westen binnendrongen, bereidde het Rode Leger zich voor op zijn laatste en meest beslissende offensief: de aanval op Berlijn. In april 1945 zette maarschalk Georgi Zjoekov een enorme aanval in vanaf de rivier de Oder. Met miljoenen soldaten, duizenden tanks en artilleriestukken trok het Rode Leger op naar de Duitse hoofdstad.
De slag om Berlijn was een van de bloedigste veldslagen van de Tweede Wereldoorlog. Duitse soldaten, Volkssturm-milities en Hitlerjugend vochten verbeten terug, maar de uitkomst stond vast. Straatgevechten veranderden de stad in een puinhoop.
Het leven in Berlijn tijdens de laatste dagen
De bevolking van Berlijn leefde in een hel. Voedsel was schaars, gebouwen lagen in puin en de voortdurende bombardementen maakten een normaal leven onmogelijk. Terwijl de Sovjets de stad binnentrokken, vluchtten duizenden burgers hun huizen uit of zochten onderdak in kelders en metrostations.
In de laatste dagen heerste er totale chaos. Hitler trok zich terug in de Führerbunker, diep onder de Rijkskanselarij. Hier gaf hij nog steeds bevelen alsof de oorlog nog gewonnen kon worden.
De dood van Hitler
Op 30 april 1945 pleegde Adolf Hitler zelfmoord in zijn bunker, samen met zijn vrouw Eva Braun, die hij één dag eerder had getrouwd. Hun lichamen werden verbrand op bevel van Hitler zelf. Zijn dood markeerde het symbolische einde van het Derde Rijk.
Na Hitlers dood nam grootadmiraal Karl Dönitz het leiderschap over. Hij probeerde te onderhandelen met de westelijke geallieerden in de hoop dat Duitsland zich alleen aan hen zou overgeven en niet aan de Sovjets.
De capitulatie
Dit plan mislukte: de geallieerden eisten een onvoorwaardelijke overgave aan zowel Oost als West. Op 7 mei 1945 tekende generaal Alfred Jodl in Reims de capitulatie. Deze ging officieel in op 8 mei 1945, een dag die sindsdien bekendstaat als VE-Day (Victory in Europe Day).
In Berlijn zelf werd op 9 mei nog een tweede akte van capitulatie getekend voor de Sovjets. Hiermee kwam een einde aan de oorlog in Europa.
Gevolgen van de val van Berlijn
De val van Berlijn betekende niet alleen het einde van de oorlog in Europa, maar ook de start van een nieuw tijdperk. Duitsland werd bezet en verdeeld in vier zones, bestuurd door de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk en de Sovjet-Unie. Al snel leidde dit tot spanningen die zouden uitmonden in de Koude Oorlog.
Voor de Duitse bevolking was het een periode van verwoesting, honger en vluchtelingenstromen. Miljoenen Duitsers sloegen op de vlucht uit gebieden die door de Sovjets werden ingenomen.
Wist je dat?
- In de bunker van Hitler bevonden zich ook zijn hond Blondi en meerdere medewerkers. Blondi werd vergiftigd om het gif te testen dat later bij Hitler werd gebruikt.
- Tijdens de Slag om Berlijn sneuvelden naar schatting 70.000 Sovjetsoldaten in slechts enkele weken tijd.
- Na de oorlog werden veel delen van Berlijn verwoest achtergelaten; sommige ruïnes bleven decennia lang zichtbaar in de stad.