
Na de mislukking van de Slag om Groot-Brittannië besloot Hitler zijn aandacht te richten op het oosten. Al in de jaren ’20 had hij in Mein Kampf geschreven dat Duitsland “Lebensraum” (levensruimte) nodig had in Oost-Europa. In 1939 had hij nog een niet-aanvalsverdrag met de Sovjet-Unie gesloten (het Molotov-Ribbentrop-pact), maar op 22 juni 1941 verbrak hij dit door de grootste militaire invasie in de geschiedenis te lanceren: Operatie Barbarossa.
Het begin van de invasie
Meer dan 3 miljoen Duitse soldaten, ondersteund door honderdduizenden troepen van bondgenoten (waaronder Roemenië, Hongarije en Italië), vielen de Sovjet-Unie binnen over een front van bijna 3.000 kilometer. De aanval kwam als een enorme verrassing, ondanks waarschuwingen van onder meer de Britse geheime dienst.
De Duitse strategie was gebaseerd op een snelle verovering met Blitzkrieg-tactieken. Het Rode Leger werd in de eerste weken zwaar getroffen: honderdduizenden Sovjets werden gedood of krijgsgevangen gemaakt, en hele legers werden omsingeld.
De drie fronten van Barbarossa
Operatie Barbarossa werd uitgevoerd langs drie hoofdlijnen:
- Legergroep Noord: richting Leningrad (het huidige Sint-Petersburg).
- Legergroep Centrum: richting Moskou, het hart van de Sovjet-Unie.
- Legergroep Zuid: richting Oekraïne, met zijn belangrijke graanvelden en oliebronnen.
De snelheid en kracht van de aanval waren verbluffend. Binnen enkele maanden stond het Duitse leger diep in Sovjetgebied en leken de Russen op het punt van instorten.
De belegering van Leningrad
Vanaf september 1941 begon de Duitse omsingeling van Leningrad, die uiteindelijk bijna 900 dagen zou duren. De stad werd afgesloten van voedsel en voorraden, wat leidde tot een humanitaire ramp. Honderdduizenden burgers stierven door honger, kou en bombardementen, maar Leningrad gaf zich nooit over.
De strijd om Moskou
In oktober 1941 startte Operatie Taifun, de aanval op Moskou. De Duitsers naderden tot op 30 kilometer van de hoofdstad. Het leek alsof de val van Moskou slechts een kwestie van tijd was. Maar het Sovjetverzet was feller dan verwacht, en de beruchte Russische winter sloeg toe.
De Duitse soldaten waren slecht uitgerust voor temperaturen die daalden tot -40°C. Tanks en wapens vielen uit, en soldaten leden massaal onder bevriezingen. Tegelijkertijd zette Stalin een gigantische tegenaanval in, waarbij troepen uit Siberië (vrijgekomen door een pact met Japan) werden ingezet. In december 1941 werden de Duitsers teruggedrongen.
Het keerpunt: van blitzkrieg naar uitputtingsoorlog
Operatie Barbarossa had gefaald in zijn doel om de Sovjet-Unie snel op de knieën te dwingen. In plaats daarvan belandde Duitsland in een uitputtingsoorlog. Het Rode Leger bleek taai, veerkrachtig en bereid enorme offers te brengen.
De oorlog aan het oostfront werd de grootste en bloedigste strijd in de geschiedenis, met miljoenen slachtoffers. Dorpen werden platgebrand, burgers massaal vermoord, en krijgsgevangenen verhongerden in kampen.
Wereldwijde gevolgen
Het mislukken van Barbarossa betekende een strategische ramp voor Hitler. Duitsland moest nu vechten op twee fronten: in het westen tegen Groot-Brittannië (en vanaf eind 1941 ook de VS) én in het oosten tegen de Sovjet-Unie. De oorlog veranderde hiermee van een Europese oorlog in een wereldomvattend conflict.