Het allereerste besturingssysteem werd ontwikkeld in de jaren 50 van de vorige eeuw en stond bekend als de “Single Stream Batch Processing System” of simpelweg “SSBPS”. Het werd gemaakt voor de UNIVAC I-computer en werd gebruikt om gegevens in batchmodus te verwerken, wat betekent dat gegevens één voor één werden ingevoerd en vervolgens als een batch werden verwerkt.
Het SSBPS-besturingssysteem was vrij eenvoudig en had niet veel van de functies die we tegenwoordig gewend zijn van moderne besturingssystemen. Het werd voornamelijk gebruikt om te zorgen dat programma’s op de juiste manier werden uitgevoerd en dat de hardware niet beschadigd zou raken.
Het systeem maakte gebruik van een systeemtaal genaamd “SOAP” (Symbolic Optimal Assembly Program), die programmeurs gebruikten om programma’s te schrijven voor de UNIVAC I-computer. SOAP werd later vervangen door een nieuwere programmeertaal genaamd FORTRAN, die beter geschikt was voor wetenschappelijke berekeningen.
Het SSBPS-besturingssysteem was een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van besturingssystemen en legde de basis voor de vele besturingssystemen die daarna werden ontwikkeld. Het heeft de computerindustrie voor altijd veranderd en heeft geleid tot de ontwikkeling van vele andere baanbrekende technologieën die we vandaag de dag gebruiken.